Bij het keuzepakket Moderne talen en wetenschappen werk je op een overstijgend niveau, boven de schoolvakken, aan je vaardigheden binnen deze twee polen.
Moderne talen
Zoals bij elke basisoptie krijg je bij Moderne talen en Wetenschappen 5 uren differentiatie, speciaal gericht op deze vakken. Bij talen word je vaardiger in het Nederlands, Frans en Engels en je onderzoekt welke verbanden en verschillen er tussen talen, taaluitingen en in verschillende culturen zijn. Zo krijg je een beter zicht op hoe talen werken en welke verrassende gelijkenissen er vaak zijn. Bovendien krijg je de kans om creatief met de taal aan de slag te gaan.
Wetenschappen
Bij wetenschappen vertrek je steeds vanuit een verschijnsel uit het dagdagelijkse leven dat verband houdt met natuurwetenschappen. Je vertrekt dus van een concreet gegeven. Je gaat creatief op zoek naar hypothesen over deze verschijnselen en je bedenkt antwoorden. Je onderzoekt ook wetenschappelijke ideeën en komt te weten waar natuur- en technische wetenschappen zoal een belangrijke rol spelen.
Lessentabel 2A | |
Algemene basisvorming | 27 |
Hoofdvakken | |
Frans | 4* |
Nederlands | 4* |
Wiskunde | 4* |
Algemeen vormende vakken | |
Aardrijkskunde | 1 |
Beeld | 1 |
Engels | 3* |
Geschiedenis | 2 |
Godsdienst | 2 |
Lichamelijke Opvoeding | 2 |
Muziek | 1 |
Natuurwetenschappen | 1 |
Techniek | 2 |
Basisoptie | 5 |
Moderne talen en wetenschappen |