Vierde jaar

In 2021 startte de modernisering van het secundair onderwijs ook in de tweede graad. Deze grote hervorming bracht heel wat veranderingen met zich mee. We spreken nu van doorstroom-, arbeids- en dubbele finaliteit. Op onze school bieden we enkel doorstroomfinaliteiten aan, en dan zowel domeinoverschrijdende (DOD) als domeingebonden (DGD) richtingen. Latijn, Economische wetenschappen, Humane wetenschappen, Moderne talen, Natuurwetenschappen en Natuurwetenschappen optie STEM zijn domeinoverschrijdende richtingen. Bedrijfswetenschappen en Maatschappij- en Welzijnswetenschappen zijn domeingebonden richtingen.

Bekijk de lessentabellen van alle richtingen in de tweede graad hier.

Economische wetenschappen

De richting ‘economische wetenschappen’ bestudeert gedurende vier uur per week een waaier van economisch-maatschappelijke problemen. Je vertrekt uitdrukkelijk vanuit de onderneming. Bedrijfsbezoeken
en andere actieve werkvormen komen hierbij aan bod. Je moet zelf actief inzicht verwerven in de economische werkelijkheid vertrekkende vanuit realistische praktijkvoorbeelden. Er wordt voortdurend ingespeeld op de actualiteit door bv. gebruik te maken van videofragmenten. Je volgt ook de verdiepte basisvorming voor wiskunde (5 uur), Nederlands, Frans en Engels.
Binnen het secundair onderwijs blijven heel wat richtingen in de 3e graad open. Economie-wiskunde of economie-moderne talen zijn het meest voor de hand liggend. Voor de minder evidente overgangen (humane wetenschappen) worden vakantietaken voorzien of zal je zelfstandig leerstof moeten verwerken.

Humane wetenschappen

Als je als leerling voor humane wetenschappen kiest, wordt er verondersteld een brede interesse te hebben voor de mens en zijn maatschappij. Observatie, eigen en gedeelde ervaringen, theoretisch onderzoek en hierover open van gedachten wisselen, zijn belangrijke onderdelen van het leerproces binnen humane wetenschappen.

Kenmerkend voor deze richting is de het pakket menswetenschappen: 3 uur sociologie en psychologie, een uur filosofie en een uur kunstbeschouwing. In het vak sociologie-psychologie staat de wijze waarop een individu en een samenleving functioneren centraal, evenals de wisselwerking tussen beide. Je maakt er kennis met verschillende menswetenschappelijke disciplines die de studie van mens en samenleving mogelijk maken. Binnen filosofie leer je denken vanuit verwondering en ga je op basis van betrouwbare op zoek naar kennis over actuele onderwerpen. Politiek, diversiteit, goed en kwaad, maatschappelijk verantwoord, solidariteit… krijgen invulling dankzij oude en nieuwe mens- en wereldbeelden van beruchte ‘denkers’.
In het vak kunstbeschouwing bestudeer je cultuurfenomenen als uitingen van mens en samenleving. Zo leer je onder andere economie, recht, media, levensbeschouwingen en kunst. Voor wiskunde krijg je enkel de basisvorming (4 uur). Je volgt wel de verdiepte basisvorming voor Nederlands, Frans en Engels. Deze richting blijft dezelfde in de 3e graad. Overstappen naar een andere domeinoverschrijdende richting in de 3e graad is bijna onmogelijk.

Latijn

Je kiest in deze richting bewust voor de studie van één van de klassieke talen en de Romeinse cultuur.
Deze richting is bedoeld voor die leerlingen die interesse hebben voor het ontstaan van onze talen en onze westerse cultuur. Je volgde deze richting ook als basisoptie in het tweede jaar.
Je krijgt vijf uur Latijn maar ook de verdiepte basisvorming voor wiskunde (5 uur), chemie, fysica, Nederlands, Frans en Engels. Binnen het secundair onderwijs blijven alle richtingen in de 3e graad open. Voor de minder evidente overgangen (humane wetenschappen, economie) worden vakantietaken voorzien of zal je zelfstandig leerstof moeten verwerken.

Moderne talen

Deze richting brengt je een uitgebreid pakket aan talen. Je krijgt de verdiepte basisvorming voor Frans, Nederlands en Engels, aangevuld met een extra taalkundige en literaire component. In het vierde jaar krijg je er ook twee lesuren Duits en Spaans bij. In deze richting kies je ook voor het vak communicatiewetenschappen en een uur taal/woord/drama. Je krijgt de verdiepte basisvorming wiskunde, chemie en fysica om de overstap naar bepaalde richtingen in de derde graad te kunnen maken.

De meest logische overstappen zijn economie-moderne talen en moderne talen-wetenschappen. Voor de minder evidente overgangen (humane wetenschappen) worden vakantietaken voorzien of zal je zelfstandig leerstof moeten verwerken.

Bedrijfswetenschappen

De richting Bedrijfswetenschappen bestudeert gedurende zes uur per week een waaier aan economisch-maatschappelijke problemen. Je vertrekt vanuit een onderneming. Bedrijfsbezoeken en andere actieve werkvormen komen hierbij aan bod. Je moet zelf creatief inzicht verwerven in de economische werkelijkheid, vertrekkende vanuit realistische praktijkvoorbeelden. Er wordt voortdurend ingespeeld op de actualiteit door bv. gebruik te maken van videofragmenten. De leerstof wordt grondiger ingeoefend onder andere door alternatieve werkvormen. Je volgt voor alle vakken het basisleerplan. Wiskunde is het enige vak met verdiepte basis. In de derde graad is je logische overstap dan ook de richting Bedrijfswetenschappen.

Natuurwetenschappen

Deze richting biedt met haar stevige vorming in wetenschappen (biologie, chemie, fysica, aardrijkskunde; samen goed voor 7 uur) en het 5-uurs pakket wiskunde een sterke wetenschappelijke basis.

AARDRIJKSKUNDE: beschrijft het aardoppervlak en bestudeert de natuurlijke processen en menselijke activiteiten die het uitzicht ervan beïnvloeden.
BIOLOGIE: beoogt waarneming en studie van de levende wezens, de mens inbegrepen, wat hun bouw en levensfuncties betreft;

CHEMIE: bestudeert de structuur en de eigenschappen van de stoffen aanwezig of gevormd in de fysische wereld en van de veranderingen die deze stoffen kunnen ondergaan door interacties met materie en/of energie;

FYSICA: bestudeert allerlei processen die zich in de natuur voordoen, in hoofdzaak van de dode materie. Deze “natuurwetten” worden eenduidig beschreven en worden dan gebruikt om verklaringen en voorspellingen te doen.

In deze richting leer je de wetenschappelijke denk -, leer – en werkmethode eigen maken. Erg belangrijk is het zelfstandig experimenteren. Door te experimenteren leer jij objectieve besluiten nemen en bouw je op die manier zelf aan jouw wetenschappelijke kennis. Je volgt ook de verdiepte basisvorming voor Nederlands, Frans en Engels.

Natuurwetenschappen optie STEM

Stem staat voor Science (wetenschappen), Technology, Engineering (ontwerpen en ontwikkelen) en Mathematics (wiskunde).

SCIENCE: de studie van levende en niet levende natuur (biologie, chemie, fysica).

TECHNOLOGY: elk product dat door de mens ontworpen wordt om aan bepaalde noden te voldoen. Elk product dat een kind/leerling ontwerpt om een probleem op te lossen kan als technologie beschouwd worden.

ENGINEERING: het ontwerpproces dat een leerling doorloopt om het probleem op te lossen.

MATHEMATICS: de taal van getallen, vormen, formules, vergelijkingen,… die het probleem helpt op te lossen.

In een STEM-klas worden wetenschappelijke problemen in
een aantal modules bestudeerd. In elke module worden wetenschappen, wiskunde, techniek en ICT met elkaar verbonden. De leerlingen ontwikkelen een aantal vaardigheden: denken, redeneren, onderzoeken, werken in teamverband en creatief zijn. Je krijgt drie uur STEM.

In deze richting leert men hoe wetenschappelijke inzichten veranderingen in de samenleving teweeg brengen: milieunormen, veiligheidsnormen, enz.

Maatschappij- en welzijnswetenschappen

Binnen de richting Maatschappij- en Welzijnswetenschappen is het vak sociologie-psychologie (5 uur) het belangrijkste. Je krijgt ook een inleiding tot de filosofie. Uiteraard blijven ook heel wat algemene vakken deel uitmaken van de rest van je lesrooster. In de derde graad is je logische overstap de richting Welzijnswetenschappen.